In hun Elementenleer, de theorie die de basis is van de TCG en alle andere traditionele Chinese wetenschappen, zijn de daoïsten, waarschijnlijk zonder dat te beseffen (in mijn boek wordt dit toegelicht), veel consequenter. Daar is de heuvel wél de metafoor voor alle tussenvormen van Yin en Yang, en dus van de basisritmen van het heelal, terwijl zon- en schaduwzijde er de nawereld verbeelden.

In de Franse school voor acupunctuur (Kespi), die gebaseerd is op de Vietnamese school en m.i. authentieker is dan de Chinese school voor acupunctuur, worden de ordeningen van Yin en Yang niet gerefereerd aan 'primordiaal' en 'gemanifesteerd', zoals gebruikelijk in confucianisme en daoïsme, maar aan 'intensiteit' en 'tijd'. Je krijgt dan: Yin en Yang in de referentie intensiteit en Yin en Yang in de referentie tijd (zie tabel 3).*

Tabel 3: Twee referenties van de zes gradaties van Yin en Yang.

Yin en Yang in de referentie intensiteit
 Jue Yin  Shao Yin  Tai Yin  Yang Ming  Shao Yang  Tai Yang
Yin en Yang in de referentie tijd
 Shao Yang  Tai Yang  Yang Ming  Tai Yin  Jue Yin  Shao Yin

NB.4 Straks zal blijken dat de referentie intensiteit moet worden vervangen door referentie ruimte.

In de paragrafen hierna zal vervolgens duidelijk worden dat de Elementenleer enkel en alleen gebaseerd is op deze twee referenties. Daaruit kan worden opgemaakt, dat de twee onveranderlijke ordeningen er samen de voorwereld vormen en dat op die manier de Elementenleer probeert om de wereld zoals wij mensen die kennen, de nawereld ofwel de wereld van de gepaarde tegenstellingen, te verklaren vanuit de basisritmen van de voorwereld.

 

De heuvel (lees: de werkelijkheid) ofwel de voorwereld kun je nu dan ook interpreteren als de niet-zichtbare onderlaag van het waarneembare heelal. Afgezien van de beperkte omvang — ik kom er later op terug — strookt de heuvel-interpretatie van Yin en Yang met moderne ideeën in de westerse natuurkunde, zoals die van Einstein en Erik Verlinde. Sinds Einstein probeert ook de westerse natuurkunde waarneembare gebeurtenissen in de wereld te verklaren vanuit een abstracte onderlaag. Verlinde noemt die onderlaag 'the dark universe'. In het westen heeft die onderlaag uiteindelijk geleid tot een ingrijpende modificatie van de vigerende natuurkunde en de ontwikkeling van de moderne, zeer moeilijk te begrijpen kwantummechanica. Hopelijk kan de lezer zich dan ook voorstellen dat de 'heuvelinterpretatie van Yin en Yang' verregaande gevolgen heeft gehad voor de ontwikkeling van de Elementenleer. Het verklaart bijvoorbeeld gelijk waarom de Elementenleer een kwantumtheorie is die onmogelijk kan worden begrepen zolang niet duidelijk is hoe deze is ontstaan.

NB.5 Kenmerkend voor de oude theorie is, dat alle biologische en fysische eenheden volgens een vastgesteld patroon moeten worden opgedeeld in porties of kwanten.

Ik ga er dan ook van uit, dat begrippen als voorwereld en nawereld van origine niet van toepassing zijn op 'primordiale en gemanifesteerde ritmen van Yin en Yang' maar dat zij van toepassing zijn op respectievelijk de abstracte onderlaag van de wereld en de wereld zoals die door ons mensen wordt waargenomen. Op die manier zorgen de basisritmen in de voorwereld ervoor dat het (waarneembare) heelal wordt gekenmerkt door gepaarde tegenstellingen en een dynamiek die kan worden beschreven met de Yin-Yang dialectiek.

De vraag is natuurlijk hoe dat mogelijk is?

Ga door naar: Sheng&Po-cyclus

­