Merk op dat de onderstaande grafiek (herhaling) weliswaar visualiseert wat er aan de hand is, maar dat hij volgens westerse maatstaven niet klopt.

De grafiek van ruimte en tijd

Wiskundig gezien kun je een versnelling namelijk niet als punt in een grafiek zetten, zoals in het bovenste deel van de grafiek, tenzij je de gemeten snelheid afzet tegen de tijd.
Maar ook dat is niet helemaal zuiver, omdat snelheid al een component tijd heeft, immers, snelheid is gedefinieerd als 'afgelegde afstand/verstreken tijd', hierdoor is het begrip 'gemeten snelheid' afhankelijk geworden van het interval waarover je het bepaalt en dus slechts een benadering (wiskundig een limiet-functie).
 
Voor het onderste deel van de grafiek, dus voor de referentie tijd, geldt in principe een soortgelijk verhaal.
Als je ook hier de 'versnelling van de tijd' vervangt door 'gemeten verstreken tijd', dan krijg je weliswaar een gespiegelde grafiek, maar dan wel 90 graden gedraaid, dus loodrecht op de bovenste. Dit laatste is echter geen probleem omdat, zoals later zal blijken, de referenties ruimte en tijd min of meer haaks op elkaar staan. Ik kom er dus op terug.

Het bovenstaande komt erop neer dat je:

a) in het bovenste deel van de grafiek (referentie ruimte) de versnelling van een (hemel)lichaam niet kunt afzetten tegen de tijd, omdat het op een tijdstip T geen andere versnelling heeft dan op tijdstip T'.

b) in het onderste deel van de grafiek (referentie tijd) de versnelling van de tijd van een (hemel)lichaam niet kunt afzetten tegen de ruimte, omdat zijn tijd op een locatie L geen andere versnelling heeft dan op locatie L'.

Bij a) en b) gaat het als bij de paradox van de vliegende pijl van Zeno.

NB.28 Zeno van Elea (ca. 490 – 430 v.C.) wordt beschouwd als de grondlegger van de dialectiek.

“De vliegende pijl neemt achter elkaar verschillende, nauwkeurig te omschrijven posities in. Als we zo'n pijl op een ondeelbaar ogenblik (tijdatoom) beschouwen, bevindt hij zich op een vaste, goed te omschrijven, plaats in de ruimte. Ten opzichte van die positie in de ruimte is hij dus in rust. Maar wanneer hij op elk moment in rust is, dan is hij ook gedurende de hele vlucht in rust. De pijl beweegt zich niet.” (NL Wikipedia)

 

Ga door naar: 4.3.1. Het oplossen van de paradox op de z'n westers

­