In de daoïstische interpretatie van hun karakters symboliseren Yin en Yang de schaduw- en de zonzijde van een heuvel. De daoïstische interpretatie is daardoor lastiger te begrijpen dan de confucianistische omdat zij feitelijk vertelt dat wij mensen in het dagelijkse leven juist geen aandacht moeten besteden aan al die gepaarde tegenstellingen in de wereld - zij zijn op zichzelf van nul en generlei waarde: Het draait niet om de zonzijde of om de schaduwzijde, de realiteit is de heuvel zelf.

Volgens de daoïsten ligt de waarheid dus per definitie in het midden waar het gepaarde tegenstellingen betreft. Deze vorm van denken komt sterk tot uitdrukking in de Daodejing (道德經, Het Boek van Weg en Deugd), van de daoïstische wijsgeer Laozi (老子).* Steeds blijkt evenwel, dat de daoïsten "het midden" of "het ene" enkel en alleen filosofisch hebben geïnterpreteerd, waardoor het daoïsme een hele bijzondere, flegmatische en vredelievende levensfilosofie is geworden. Wanneer je echter wetenschap wilt bedrijven, zoals dat met de oeroude Elementenleer wordt beoogd, moet je je richten op datgene wat zich letterlijk tussen Yin en Yang bevindt. In de wetenschap zou de heuvel dus het analogon moeten zijn voor één of meerdere tussenvormen van Yin en Yang.
 

Die tussenvormen blijken inderdaad te bestaan, zoals we in de vorige paragraaf zagen. In de (confucianistische) Yijing worden zij immers verbeeld als de zes gemengde trigrammen en als zodanig vormen zij het maximaal mogelijke aantal tussenvormen van Yin ☷ en Yang ☰. Zij worden er echter alleen in combinatie met (moeder) Yin en (vader) Yang behandeld, dus als acht trigrammen (八卦, bāguà), en dat is dus niet conform de heuvelinterpretatie. In het eerder genoemde basiswerk van de TCG, de (daoistische) Huangdi Neijing, is dat daarentegen wel het geval. De tussenvormen worden er afzonderlijk beschreven als de zes gradaties van Yin en Yang (zie tabel 1).*

Tabel 1: De drie gradaties van Yin en van Yang. Hun vertaling is volgens de Franse school voor acupunctuur (Kespi).
3 gradaties van Yin      3 gradaties van Yang    
  Jue Yin  厥陰  =   nihil   Yang Ming 陽明  =  minimaal
 Shao Yin 少陰  =  middelmatig  Shao Yang 少陽  =  middelmatig
  Tai Yin  太陰   =  maximaal  Tai Yang 太陽  =  maximaal

 

Evenals in het confucianisme wordt ook in het daoïsme een stringent onderscheid gemaakt tussen twee onveranderlijke ordeningen van de respectievelijk acht trigrammen en zes (2x3) gradaties van Yin en Yang: Eén ordening voor hetgeen de voorwereld, de binnenwereld of de voorhemel wordt genoemd en één voor de nawereld of nahemel. En in beide stromingen wordt vastgesteld, dat de twee ordeningen in combinatie met elkaar de onveranderlijke ritmen van het heelal vormen. Voor het daoïsme gaat dit zoals in tabel 2.

Tabel 2: Twee ordeningen van de zes gradaties van Yin en Yang.

het voorwereldse ritme van Yin en Yang
 Jue Yin  Shao Yin  Tai Yin  Yang Ming  Shao Yang  Tai Yang
het nawereldse ritme van Yin en Yang
 Shao Yang  Tai Yang  Yang Ming  Tai Yin  Jue Yin  Shao Yin

 

De genoemde begrippen voorwereld en nawereld, worden in beide stromingen geïnterpreteerd als 'het primordiale' en 'het gemanifesteerde': Dus als behorend bij een stadium van wording en een stadium van zijn. Alleen de invulling daarvan is verschillend: In het confucianisme zijn voorwereld en nawereld de synoniemen van respectievelijk de kosmogonie en de wereld zoals wij mensen die ervaren. In het daoïsme worden de begrippen voorwereld en nawereld gebruikt in de context van het bestaan van mens en dier (voor en na de geboorte).* Confucianisten en daoïsten kwamen op die manier weer enigszins bij elkaar, omdat zij nu beiden de nawereldse ritmen konden associëren met die van de dagen, de seizoenen en de jaren. Maar let op, die overeenstemming is schijn omdat de Confucianistische interpretaties van 'primordiaal' en 'gemanifesteerd' absoluut niet passen bij de heuvel-interpretatie van Yin en Yang. Daar zijn de heuvel en zijn hellingen niet het analogon van een stadium van wording en een stadium van zijn. In tegendeel, daar bestaan zij tegelijk: De voorwereld is de heuvel zelf en die bestaat uit alle tussenvormen van Yin en Yang, en dus de basisritmen van het heelal, terwijl zon- en schaduwzijde er de nawereld verbeelden.

Ga door naar: 4. Elementenleer

­