Opvallend is, dat 'mystieke' uitspraken uit de oude Chinese leer in de moderne kwantummechanica en de deeltjesfysica worden aangehaald als analogieën, om enkele zgn. kwantumverschijnselen te kunnen duiden.*

Dit soort verschijnselen is namelijk niet te verklaren met de (klassieke) westerse natuurkunde. Zij zijn voorbehouden aan de wereld van de atomen en dat komt omdat dit ultramicroscopische domein gekwantiseerd is. Aangezien het belangrijk is om van dit soort verschijnselen een globale indruk te krijgen, citeer ik uit NL Wikipedia:

“In de kwantummechanica kan een systeem zich in een superpositie van eigentoestanden bevinden: de te verwachten meetwaarde is dan niet alleen onbekend aan de waarnemer, maar ook onbepaald; het systeem bevindt zich dan letterlijk in meerdere toestanden gelijktijdig. Deze nog onbepaalde eigenschappen kunnen leiden tot kwantumverschijnselen die met klassieke natuurkunde niet te verklaren zijn (bijvoorbeeld interferentie van een deeltje met zichzelf). Anderzijds kan een kwantummechanisch systeem zich ook in een gemengde toestand bevinden: dit geeft onbekendheid over de toestand voor de waarnemer aan op dezelfde manier als de klassieke onbekendheid van een toevalsproces, zonder dat er daadwerkelijk sprake is van gelijktijdigheid van kwantumtoestanden.”



Dat de oeroude uitspraken herkenbaar zijn in de hypermoderne natuurkunde zou op toeval berusten. Voor mij is die herkenbaarheid echter een reden om aan te nemen, dat de oude heelaltheorie in het verre verleden inderdaad werd beschouwd als een kwantumtheorie voor de kosmos. Mijn doel is om dat aan te tonen opdat de theorie achter de TCG, zoals vanouds, kan worden opgevat als een concrete natuurwetenschap.



De merkwaardigste fenomenen waarmee je te maken krijgt in mijn script, zijn dan ook de genoemde kwantumverschijnselen, maar dan op het kosmische niveau in plaats van het ultramicroscopische. Voor het beschrijven daarvan is onze gewone taal ontoereikend.

De westerse kwantummechanica gebruikt daarvoor de taal van de wiskunde. De oude theorie daarentegen doet het met de taal van het schematisme. De combinatie logica en schematisme is voor de oosterse wetenschappen derhalve hetzelfde als de combinatie logica en wiskunde voor de westerse. Logica en schematisme vormen dus feitelijk het formele deel van de oosterse wetenschappen.


Het schematisme wordt tot op heden niet begrepen. Maar als je het wel begrijpt – en dat hoop ik met mijn inzet te bereiken – kun je er vaak een concrete invulling aan geven, zeker dankzij de vele moderne westerse onderzoeksgegevens.

Met het schematisme wordt bijvoorbeeld aantoonbaar, dat het ontstaan en de instandhouding van kernfusie op de Zon en alle andere sterren een kwantumverschijnsel is. Dit verklaart derhalve waarom dit verschijnsel niet afdoende verklaarbaar is vanuit de (klassieke) westerse natuurkunde.

 

Ga verder naar: 1.3.3. Raakvlakken met (moderne) westerse natuurkunde

­